Tweede themabijeenkomst Kruidenrijk grasland

7/1/2020

Op dinsdagavond 10 december 2019 organiseerde de Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland samen met De Groene Motor opnieuw een kennisbijeenkomst rond het thema ‘Kruidenrijk grasland’.

Na een eerdere bijeenkomst deze zomer in Zoeterwoude, waren we ditmaal te gast op het biologisch-dynamische melkveebedrijf van Kees en Maria van Gaalen in Noordeloos. In de groepsruimte boven de stal hield Jan de Wit (DWC advies en voormalig adviseur Louis Bolk-instituut) een presentatie over kruidenrijk grasland.

Kees van Gaalen vertelde vervolgens hoe hij op zijn bedrijf met natuurlijk inclusieve landbouw bezig is. De avond werd afgesloten met een gesprek met de deelnemers onder leiding van Theo Vogelzang van LandschappenNL.

Jan de Wit ging in op de vraag wat kruidenrijk gras voor weidevogels betekent en hoe je er als boer voor zorgt dat er op het juiste moment in het seizoen een aantrekkelijk biotoop voor de weidevogels staat. En wel zo, dat het tegelijk ook een goede opbrengst aan gras oplevert. Kruidenrijk grasland is goed voor insecten en dus voor weidevogels, want insecten zijn weer het hoofdvoedsel voor de kuikens. Ook voor de gezondheid van het vee is kruidenrijk gras goed en dat is weer gunstig voor de boer. Als het aandeel kruiden ten opzichte van het aandeel grassoorten toeneemt, daalt wel de opbrengst in veevoer. Het is dus zoeken naar een goede balans.


Uiteindelijk is divers grasland stabieler en mineraalrijker en heeft daarmee ook voordelen voor diergezondheid en het voorkomen van ongewenste niet-eetbare kruiden. Ook heeft het een effect op de melkkwaliteit. Vooral soorten als cichorei, smalle weegbree, paardenbloem doen het goed in productief grasland. Vaak ook duizendblad en karwij en soms rolklaver, wilde peen, leeuwentand en pimpernel. Klavers hebben een gunstig effect op de bodem en zorgen daarmee ook voor toename van het aantal wormen in de bodem. Witte klaver kan goed tegen beweiden.


Het moment van inzaaien is ook van belang, omdat gras bij lagere temperatuur kiemt dan de meeste kruidachtige soorten. Uit onderzoeken van het Louis-Bolk onderzoek bleek wel dat het realiseren van kruidenrijk gras niet eenvoudig is. Zeker op voedselrijke grond als veen is dit een langdurig proces.

Inzaaien op veen is meestal niet aan te raden omdat de werkzaamheden ook organische stof mobiliseert. Te rijke grond is een lastig uitgangspunt voor omschakeling naar kruidenrijk grasland. Bij een productie van meer dan 8 ton droge stof/ha/jaar is dit pas zinvol. Bij rijkere bodem moet eerst verschraald worden door niet te mesten en wel te maaien en af te voeren. 


Uit de discussie en praktijkervaringen van aanwezigen, bleek ook nu dat aanpassingen van de bedrijfsvoering voor meer weidevogels maatwerk is. Kruidenrijk grasland in de goede vorm heb je niet zomaar en is niet de enige factor van belang. Het is een onderdeel van een goed mozaïek op polderniveau waarin oudervogels en kuikens kunnen eten, schuilen en rusten en daarvoor op het juiste moment de geschikte vegetatiehoogte en structuur ter beschikking hebben.
Juist daarom is goede communicatie en uitwisseling van praktijkervaringen tussen betrokken boeren, vrijwilligers en terreinbeheerders van belang. In dat opzicht was ook deze bijeenkomst weer heel waardevol, want zowel weidevogelvrijwilligers als boeren met uiteenlopende bedrijfsmodellen waren aanwezig en wisselden ervaringen uit.


        
    


Copyright © NMZH