In een natuurinclusieve landbouw spelen landschapselementen een belangrijke rol. Door aanleg en onderhoud van landschapselementen wordt een groene infrastructuur op landbouwbedrijven in stand gehouden. Dat is belangrijk voor flora en fauna, versterkt het streekeigen karakter van het landschap en bevordert de functionele agrobiodiversiteit op het bedrijf.
Landschapselementen zijn elementen op en rond landbouwbedrijven die bestaan uit natuurlijke vegetaties. Te denken valt aan houtwallen, bomenrijen, kleine bosjes, overhoeken met ruige vegetatie en slootkanten.
Historische achtergrond
Landschapselementen bepalen de structuur van het landschap maar ook het verhaal en de identiteit van een streek. Ze hebben vaak een historische achtergrond: de invloed van de mens in het verleden op het landschap is er vaak in terug te vinden. Houtwallen speelden in het verleden bijvoorbeeld een belangrijke rol in de agrarische bedrijfsvoering voor de begrenzing van percelen. Door de schaalvergroting in de landbouw zijn veel landschapselementen verdwenen.
Landschapselementen zijn ook het onderkomen voor diverse dieren. Dat geldt voor vochtige grazige vegetaties in slootkanten, maar ook voor bomenrijen en houtwallen. Zo broeden vogels in bosjes en singels en zijn rietkragen van belang voor bijvoorbeeld dwergmuizen. Voor zowel natuurlijke vijanden van plaaginsecten als bestuivers vormen landschapselementen een belangrijke bron als voedsel, nestgelegenheid of schuilplaats en habitat om te overwinteren.
Natuurlijke vijanden
In het voorjaar bloeien houtachtige landschapselementen eerder dan akkerranden en leveren nectar en pollen voor natuurlijke vijanden zoals sluipwespen en zweefvliegen. Wanneer het gewas begint te groeien op de akker is er voldoende potentieel aan natuurlijke vijanden om plaagpopulaties te onderdrukken. Landschapselementen zorgen daarnaast voor schaduw en dat is belangrijk voor het vee.
Een netwerk van elementen dat op landschapsschaal over meerdere landbouwbedrijven kan ontstaan, kan een belangrijke rol spelen in het verbinden van natuurgebieden en zo in het versterken van de biodiversiteit. De afwisseling in landschappen draagt ook bij aan de beleving van landschapskwaliteit door inwoners en bezoekers van het gebied.
Een overzicht van maatregelen voor natuurinclusieve landbouw die boeren kunnen treffen op hun bedrijf en inzicht in de effecten van die maatregelen
De Natuur- en Milieufederaties van Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland laten graag de eerste resultaten zien van het project ‘Aan de slag met Agroforestry proefpercelen’. Dit project, waarvan nu een filmpje is gemaakt, ondersteunt deelnemende boeren en een leergroep van geïnteresseerden bij het leren over agroforestry in de praktijk. Hiervoor worden 15 proefpercelen met verschillende agroforestry systemen gerealiseerd.
Agroforestry, het combineren van landbouwgewassen of veeteelt met bomen en struiken, biedt tal van ecologische en economische voordelen. Het wordt steeds vaker toegepast als een duurzame en rendabele vorm van landbouw die een positieve bijdrage kan leveren aan de biodiversiteit, het klimaat en de aantrekkelijkheid van het landschap. De afgelopen jaren is de interesse voor landbouw met bomen dan ook sterk gestegen. Nederlandse boeren hebben al meer dan 1.000 hectare aangeplant, vooral onder de rivieren. Ook in de Randstad groeit de belangstelling, mede door het proefpercelen project.
Er is een waaier aan toepassingsmogelijkheden van agroforestry die past in verschillende bedrijfsvoeringen, in diverse landschappen en die met verschillende ambitieniveaus kan worden toegepast. Binnen dit project hebben we samen met het Louis Bolk Instituut en FruitzforLife al vier proefpercelen aangelegd, onder andere een perceel met strokenteelt op een biologisch akkerbouwbedrijf en een gedeelte van een agrarisch voedselbos, beide in Noord-Holland en een pluktuin van 0,8 hectare met rijen klein fruit, fruitbomen en notenbomen en een aanvulling op een zelfoogsttuin in Utrecht.
In het komende plantseizoen, najaar/ winter van 2024-2025, leggen we de proefpercelen bij de andere deelnemers aan, ook in Zuid-Holland.
Dit project wordt mogelijk gemaakt dankzij de SABE-Regeling en onze partners, die bijdragen aan de inrichting, aanleg en aanplant van de proefpercelen. Door deze samenwerking kunnen we praktische en laagdrempelige ondersteuning bieden aan boeren in Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht die willen experimenteren met agroforestry.
Met een nieuwe filmclip laten we je graag kennismaken met het project en delen we de eerste ervaringen van deelnemende boeren. Voor meer informatie over het project ‘Aan de slag met Agroforestry’, de aangelegde percelen of om deel te nemen aan onze leergroep: kijk op www.landbouwmetnatuur.nl
De aanleg van een braakstrook op grasland kan een waardevolle toevoeging zijn om een beter leefgebied voor kievitkuikens te creëren. Dit blijkt uit de resultaten van het onderzoek dat bureau Altenburg en Wymenga vanaf april tot en met juni 2021 in opdracht van vereniging Noardlike Fryske Wâlden en de provincie Fryslân op zes verschillende locaties heeft uitgevoerd.
Dinsdag 2 november presenteerde onderzoeker Jelle Loonstra de eerste resultaten van het onderzoek. Dit gebeurde tijdens een avond voor de weidevogelbeheerders en gebiedsregisseurs van vereniging Noardlike Fryske Wâlden. Uit het onderzoek blijkt dat een braakstrook een vertragende invloed heeft op de vegetatieontwikkeling. Daarnaast is zowel het aantal als het totaalgewicht van de grote geleedpotigen, voedsel voor kievitkuikens, in braakstroken hoger dan op aangrenzend grasland.