Eind vorig jaar werd het Deltaplan Biodiversiteitsherstel gepresenteerd. Een initiatief van organisaties die pleiten voor biodiversiteitsherstel en daar ook concrete acties bij hebben aangeven. Een van die acties is om voor de akkerbouw een biodiversiteitsmonitor te ontwikkelen.
Doel van de biodiversiteitsmonitor is het integraal sturen van de bedrijfsvoering door het versterken van de functionele agrobiodiversiteit en daarmee ook de basis te vormen voor landbouw die meer in evenwicht is met haar omgeving. De brochure Naar een natuurinclusieve akkerbouw die het Louis Bolk Instituut ontwikkelde in opdracht van WNF en de Provincie Groningen geeft een eerste aanzet hoe meten en waarderen met een Biodiversiteitsmonitor, de biodiversiteit in de akkerbouw kan versterken.
Vanuit het conceptueel kader voor biodiversiteit, eerder ontwikkeld door het LBI samen met Friesland Campina, WNF en de Rabobank, wordt een overzicht gegeven van mogelijke Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’S) voor de akkerbouw die resultaten meetbaar maken. Ook vormen ze de basis voor het waarderen en belonen van biodiversiteitsmaatregelen in de akkerbouw. Er dient echter nog veel te gebeuren voordat een operationele Biodiversiteitsmonitor akkerbouw bestaat op basis waarvan waardering en financiële méérwaarde voor de akkerbouw vrijgemaakt kan worden. Hiervoor geeft de brochure een routekaart om versterking van de biodiversiteit in beweging te krijgen.
Bron: Louis Bolk Instituut